2. Bibliografische gegevens
De titel van het boek is: ‘Het gouden EI’. Het is uitgegeven door Bert Bakker in Amsterdam op 1991. De schrijver is Tim Krabbé. Wij hebben de 32e druk gelezen. De eerste druk was in juni 1984 en het boek heeft 94 bladzijdes.

3. Opbouw:
Het boek is geen deel van een serie. Zelf bestaat het boek uit 8 hoofdstukken die geen naam/ titel hebben. Er is ook geen epiloog aan het eind van het boek. Illustraties staan niet in het boek. Ook heeft de schrijver geen verschillende lettertypes gebuikt.

4. Samenvatting:
Rex Hofman en Saskia Ehlvest kennen elkaar al een tijd en zijn op weg naar hun vakantie bestemming in Frankrijk. Onderweg stoppen ze bij een benzine station om even te rusten. Saskia gaat iets te drinken halen en Rex maakt een foto van haar. Rex denkt aan de vakantie van drie jaargeleden. Op een gegeven moment was de benzine op, Saskia heeft toen drie uur in de auto moeten wachten tot dat Rex met brandstofterugkwam. Ze was helemaal overstuur geweest. Als kind had zeeën nachtmerrie gehad, waarin ze opgesloten zat in een gouden ei. Tijdens haar verblijf in de auto was deze nachtmerrie weer naar boven gekomen. In die nachtmerries zweefde ze in een gouden ei door de ruimte zonder sterren en de enige manier om daar uit te komen was door tegen het enige andere gouden ei aan te botsen, maar het heelal was zo groot.
Onder tussen wacht Rex al een hele tijd op haar, maar Saskia komt niet terug. Hij gaat naar de service winkel om haar te zoeken maar de medewerkers weten niet waar ze is. Daarna belt hij de politie en het hotel waar ze naar toe zouden gaan, maar niemand kon hem helpen. Saskia is spoorloos verdwenen.
Raymond Lemorne heeft al zijn hele leven vreemde gedachten. Zo vraagt hij zich op zijn zestiende af wat er gebeurt als hij van een flat afspringt. Het resultaat is dat hij zes weken in het ziekenhuis moet liggen. Eenentwintigjaar later is hij scheikundeleraar, getrouwd en heeft twee kinderen. Dan komt er weer een absurde gedachte bij hem op. Nadat hij eerst een kind van de verdrinking dood heeft gered, vraagt hij zich af of hij ook in staat is om een misdaad te plegen. Vanaf dat moment begint hij met de voorbereidingen voor de perfecte misdaad, iemand levend te begraven. Hij doet net alsof hij zijn vakantie huisje gaat op knappen. In het echt maakt hij alles gereed voor de misdaad. Hij bedenkt een plan om zijn slachtoffer vanuit een benzinestation mee te lokken. Hij zal een vrouw terwijl hij zijn arm in een mitella houdt, vragen of ze hem wil helpen zijn aanhangwagen aan zijn auto te koppelen. Zijn eerste pogingen mislukken, omdat niemand in zijn auto durfde stappen. Een volgende poging lukt wel: een meisje (Saskia) vraagt hem naar de sleutelhanger die hij bij zich heeft. Hier aan hangt namelijk een grote R. Ze is heel geïnteresseerd en vraagt hem of ze er eentje kan kopen. Hij neemt haar mee naar zijn auto, bedwelmt haar en rijdt met haarweg. Daarvoor had hij 2 kampeerders doodgeschoten, omdat die voor zijn vakantiehuisje kampeerden.
Achtjaar later is Rex op vakantie in Italië, samen met Lieneke, zijn nieuwe vriendin en vraagt haar ten huwelijk. Hij wil Lieneke eerlijk vertellen hoe hij over Saskia denkt. Lieneke merkt dat Rex ‘s nachts een nachtmerrie heeft over het gouden ei. Na deze vakantie start Rex een opsporing campagne. Hij roept in advertenties mensen op, die Saskia toen hebben gezien. Hij krijgt verschillende reacties maar geen enkele is bruikbaar. Later belt Lieneke op: zij is bedroefd, omdat ze elkaar na de vakantie zo weinig hebben gezien. Na een aantal dagen meldt een Franse man zich (Raymond). Rex herkent deze man: hij was de man met de mitellabij het tankstation, acht jaargeleden. Raymond wil hem wel vertellen wat er met Saskia is gebeurd, maar alleen als Rex hetzelfde lot ondergaat. Rex stemt toe, terwijl hij weet dat hij dan zal sterven. Raymond neemt hem meenaar het tankstation en laat hem koffie met een slaapmiddel drinken. Dan vertelt hij wat er is gebeurd. Als Rex wakker wordt, ligt hij op een matras in een doodskist en weet hij dat hij (net als Saskia) levend is begraven. Lieneke zoekt Rex, maar van hem en Saskia werd nooit meer iets vernomen.
Gevonden op:
www.scholieren.com

5 Titelverklaring:
De titel ‘Gouden Ei’ slaat op een droom van Saskia. Toen ze klein was droomde ze dat ze opgesloten zat in een gouden ei, dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd moeten zitten en ze kon niet doodgaan.
Dit slaat op de eenzaamheid die ze toen in haar droom voelde en ook het ‘opgesloten’ zitten in bepaalde gedachtes of gevoelens. In dit boek voelt Rex zich ook wel eens zo: als Saskia niet meer bij hem is voelt hij zich alleen en weet hij niet meer wat hij moet doen. Het liefste wilde hij weten wat er met Saskia aan de hand is. In het verhaal wordt dan ook een aantal keer terug verwezen naar de droom over het gouden ei van Saskia.

http://www.scholieren.com/boek/484/het-gouden-ei/zekerwetengoed





6. Thema en motieven:
Thema: Als je iemand die je dierbaar is verliest dan vergeet je dat nooit.
Motieven:
1. Het deed Rex heel veel toen Saskia werd ontvoerd
2. Rex gaat op zoek naar Saskia.
3. Rex Krijgt dezelfde droom als Saskia, namelijk de droom waarin hij zit opgesloten in een gouden ei.
4. Rex krijgt een nieuwe vriendin genaamd Lieneke maar hij kan Saskia niet vergeten.
5. Rex gaat Saskia toch weer zoeken en heeft zijn leven er voor over om haar te vinden.


7 Structuur & perspectief

Het verhaal is makkelijk geschreven en het is voor iedereen te begrijpen. Er wordt niks te veel gezegd en er is dan ook geen gebruik gemaakt van details. Als je aan het lezen bent, dan lees je alles zo weg.

Doordat er geen details zijn gebruikt wordt er ook geen gebruik gemaakt van verhaalvertragingen. Het verhaal is niet-chronologisch.

Er is veel gebruikt gemaakt van spanning. Vanaf hoofdstuk drie weten de lezers meer dan de personages uit het boek en dat maakt het spannend: je wilt dat de personages in het verhaal het ook zo snel mogelijk weten.

Het verhaal begon toen de handelingen al begonnen waren. Er is dus gebruik gemaakt van de opening-in-handeling. De personages of de plaatsen werden niet eerst geïntroduceerd. Het boek heeft wel een gesloten einde: alles is duidelijk en het verhaal stopt niet waar het boek doorloopt.

Voor het verhaal is een auctoriale verteller gebruikt. Dit wordt ook wel een alwetende verteller genoemd. Niemand uit het verhaal vertelt het verhaal, maar iemand van bovenaf lijkt het verhaal te vertellen. Hierdoor weet je als lezer ook meer dan de personages uit het boek weten.
http://www.scholieren.com/boek/484/het-gouden-ei/zekerwetengoed
8. Intertekstualiteit, leidmotieven en symboliek
Symbolen verlenen een verhaal ook een extra laag. In het Gouden Ei keert het getal 8 steeds terug. Twee eieren tegen elkaar aan vormen een 8. Het getal acht is het teken van oneindigheid. In de scheikunde zoekt iedere O een andere O om O2 te worden. Een ander voorbeeld zie je in De Aanslag van Mulisch: de familie te dobbelen als de aanslag gepleegd wordt. Dobbelstenen zijn eeuwenoude symbolen voor het lot. In het hele boek kom je stenen tegen

Enkele motieven uit dit boek zijn:
De droom: de droom over het gouden ei.
De liefde: de onvergetelijke liefde tussen Saskia en Rex.
De dood: de raadselachtige verdwijning van Saskia.
Vakantie: de vakantie van Rex en Saskia, waar Saskia uiteindelijk ook verdwijnt.
Het kwade: Het kwade van Lemorne om Saskia te ontvoeren.

Bronnen:
http://www.scholieren.com/boekverslag/47173
https://sites.google.com/site/literatuurhavoenvwo/boekverslag/7-intertekstualiteit-leidmotieven-symboliek


9 Plot.
Personages:
Rex Hofman en zijn vriendin Saskia, Raymond Lemorne en Lieneke.
Rex
Rex is een vriendelijke man die veel voor anderen over heeft. Hij wil bijvoorbeeld weten wat er met Saskia is gebeurd en dat moet hij zelf bekopen met de dood. Daarnaast is hij een doorzetter, hij laat zich niet snel iets vertellen en zet altijd door totdat hij zijn eindpunt bereikt heeft. Over het uiterlijk van Rex krijg je niks te weten in het verhaal.
Saskia
Saskia is een vriendelijke roodharige vrouw die een relatie met Rex heeft. Ze is ijdel en wil er altijd goed uit zien en vindt het fijn om haar zaakjes op orde te hebben.
Raymond Lemorne
Raymond Lemorne is een 41-jarige Franse man die als scheikundeleraar op een school werkt met middelbare scholieren. Hij heeft een vrouw en twee kinderen. Het is een gewelddadige man met aparte gedachten die daar apart mee om gaat. Hij denkt niet zo vaak aan anderen. Het liefste ziet hij mensen die pijn hebben en hij vindt het dan ook niet erg om mensen pijn te doen.
Lieneke
Lieneke is een vriendin van Rex nadat Saskia ontvoerd is. Ze hebben het leuk als ze samen zijn, maar verder gebeurt er weinig tussen hen.
Introductie: Rex en Saskia gaan op weg naar een vakantiehuisje in Zuid-Frankrijk
Gebeurtenis: een stop bij de benzinepomp veranderde alles, Saskia verdween.
Gebeurtenis: acht jaar later. Saskia is nog steeds niet terug. Rex met Lieneke op vakantie, een vrouw die één jaar jonger is dan Saskia. Ze beginnen elkaar erg leuk te vinden.
Gebeurtenis: Na een tijdje meldt iemand zich bij Rex thuis, Raymond Lemorne.
Gebeurtenis: Rex krijgt te horen dat Saskia dood is en dat hij de rest alleen te weten krijgt als hij hetzelfde ondergaat. Rex besluit hiet om mee te gaan.
Crisis: Uiteindelijk blijkt dat Lemorne de ontvoerder en moordenaar is. Hij probeerde al een tijdje vrouwen te kidnappen en heeft op allerlei manieren geprobeerd om vrouwen mee te krijgen.
Climax: Raymond neemt hem mee naar het tankstation en laat hem koffie met een slaapmiddel drinken. Dan vertelt hij wat er is gebeurd. Als Rex wakker wordt, ligt hij op een matras in een doodskist en weet hij dat hij (net als Saskia) levend is begraven. Lieneke zoekt Rex, maar van hem en Saskia werd nooit meer iets vernomen.

Het boek stopt bij de climax, het heeft daarom dus ook een open einde.

11. Stijl
Voorbeeld zinsbouw (blz. 33, 34):
De Fransen waren er al, zoals iedere middag wanneer Rex en Lieneke op het gewonen strand arriveerden. Het zand was daar wat minder fijn, hier en daar lag een platgetrapt colablikje en van de camping, slechts een cactuslaantje ver, klonken iel Italiaanse hits, maar minder goddelijk was het er eigenlijk niet.
Ze groeten de Fransen, en gooide hun badhanddoeken twintig meter verder in het zand. Die Fransen, drie in getal, behoorden tot dezelfde twee minderheidsgroepen als Rex en Lieneke; ze hadden geen kinderen en het waren buitenlanders. Een moeilijk thuis te brengen stel: twee mannen van een jaar of dertig, en een Chinees of Vietnamees meisje. Je kon ze je voorstellen als drugshandelaren, maar ook als beginnende linkse advocaten of leden van een popgroepje

Voorbeeld zinsbouw 2 (blz. 55)
Het werd weer zomer en Lemorne maakte een paar lange ritten over de provinciale wegen rond Autum. Lifters genoeg, en regelmatig zag hij meisjes alleen. Maar als hij stopte dook vanachter een boom of een muurtje altijd een jongen op: ‘Jullie zijn bedriegers maar ik niet. Ik heb ruimte genoeg voor twee, maar ik stopte omdat ik háár alleen wilde meenemen.’ En hij reed verder.

Ik vind de zinsbouw relatief makkelijk. Er staan niet zoveel moeilijke woorden in en ze zijn niet al te lang. Het is ook erg makkelijk te lezen omdat er niet veel detail verteld word in de zinnen. Daardoor krijg je geen lange zinnen en raak je de draad niet snel kwijt.

De stijl van Tim Krabbé is erg kenmerkend. Hij schrijft alles namelijk zo kort mogelijk op en gebruikt geen woord teveel.

Daarnaast heeft hij een erg duidelijke schrijfstijl. Deze manier van schrijven zorgt ervoor dat de gedachtes van hoofdpersoon Rex erg concreet verwoord worden. Bijvoorbeeld in deze zin: ‘Als hij helder dacht was er maar één gang van zaken echt aannemelijk. Ze was in een auto gesleurd of gelokt en ontvoerd.’ – Bladzijde 23

Het taalgebruik dat wordt gebruikt in dit boek is te koppelen aan wat er gebeurt in het boek, omdat het een serieus onderwerp is en taalgebruik is wat netter en beter geformuleerd wat erg goed past bij dit boek.

Of het taalgebruik is gekoppeld aan een cultuur weet ik niet zeker. Ik denk dat je het meer aan een westers cultuur kunt koppelen, omdat dit zich ook in west Europa afspeelt.
 
12. Voorkant en achterflap boek:
Ik vind dat de voorkant niet echt aansluit op de inhoud van het boek. Dit komt omdat er geen plaatje of dergelijks staat, maar alleen de titel van het boek. Naar mijn idee geeft de voorkant geen extra betekenis aan het boek en staat deze ook niet als symbool voor het boek. Ik vind dat de achterkant deels aansluit op de rest van het boek. Op de achterkant wordt al een stukje over het begin verteld. Voor de rest niet echt want het verhaal is verderop in het boek erg anders.
Ik zou de kaft van de achterkant veranderen. Ik zou de foto van Tim Krabbé wat kleiner maken en de tekst op de achterkant wat spannender.

Bibliografische gegevens

Titel: Het Achterhuis

Auteur: Anne Frank

Uitgegeven in: 1947

Aantal pagina's: 302

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Feitelijke gegeven                                                                                                                              

Druk: 64e druk

Uitgeverij: Prometheus

 

 

Samenvatting

Anne Frank, een Duits joods meisje, is met haar ouders en zus naar Amsterdam gevlucht. In 1942, op haar dertiende verjaardag, krijgt ze een dagboek cadeau. Op deze dag schrijft ze voor het eerst in het boek. Ze verslaat haar belevenissen in de vorm van brieven die ze aan een denkbeeldige vriendin, Kitty, schrijft. In de eerste weken na haar verjaardag gaat ze nog naar het joods Lyceum in Amsterdam, maar al snel moet ze, samen met haar familie, onderduiken. Ze betrekken het achterhuis van het kantoorpand, waarin haar vader, Otto Frank, heeft gewerkt. Door middel van een boekenkast worden ze van de buitenwereld afgesloten. Het werk in het kantoor gaat gewoon door, dus de onderduikers moeten overdag muisstil zijn. Zo mag de wc niet doorgetrokken worden.

Na een week komt de familie Daans (hun werkelijke naam is Van Pels) bij hen inwonen. Vier maanden later volgt Pfeffer, een tandarts, die in werkelijkheid Albert Dussel heet. Anne moet haar kamer met hem delen, maar ze vindt hem helemaal niet aardig. Via de radio, die ze 's avonds beluisteren, horen ze berichten over het verloop van de oorlog. De spanning is te snijden met zoveel mensen in zo'n kleine ruimte en Anne heeft vaak ruzie met haar moeder en mevrouw Daans. De enigen met wie Anne kan praten zijn haar vader en Peter Daans.

Een aantal mensen van het kantoor voorzien de onderduikers van eten en boeken. De echte namen van deze helpers zijn Anne niet bekend: meneer Kleiman is voor haar meneer Koophuis, meneer Kugler wordt Kraler genoemd. Dan zijn er nog de dames Miep Gies, die Miep van Santen wordt genoemd, en Bep Voskuijl, voor de onderduikers Elli Vossen.

Op 4 augustus 1944 vallen de Duitsers het pand binnen. Het achterhuis wordt ontdekt en alle bewoners worden gearresteerd. Zij worden via Westerbork naar Auschwitz vervoerd en wanneer de Russen dat kamp naderen, worden Anne en Margot naar Bergen-Belsen overgebracht. Twee maanden voor de bevrijding van dat kamp, sterven ze beiden aan tyfus. Van alle onderduikers overleeft alleen Otto Frank de concentratiekampen. Kleiman en Kugler, die ook opgepakt zijn en in Nederlandse kampen zijn ondergebracht, keren na de oorlog terug naar Amsterdam.

Structurele kenmerken:

Perspectief:

Het verhaal is geschreven vanuit een ik-perspectief. Anne beschrijft haar belevenissen in de vorm van een dagboek.

 

Tijd:

Het boek is geschreven in de verleden tijd. Elke dag wordt beschreven wat Anne eerder die dag of in de dagen ervoor heeft beleefd. In het verleden dus.

 

Personages en figuren:

Informatie over de hoofdpersoon - Anne Frank is een Joods meisje van 13 jaar. Ze woont in Amsterdam. Ze is in 1929 in Duitsland geboren, maar al in 1933, het jaar van Hitlers greep naar de macht, trekt de familie Frank naar Nederland. In juli 1942 duikt de familie onder in het Achterhuis van een kantoorpand aan de Prinsengracht 263, vlak bij de Westerkerk.

Als de familie Frank hier ruim twee jaar heeft gezeten, doet de Grüne Polizei, een onderdeel van de Duitse geheime politie, een inval. De familie Frank en Van Daan, en de heer Dussel worden gearresteerd, evenals de helpers Kamer en Koophuis. Dit gebeurt op 4 augustus 1944. Ze zijn verraden. Ze worden via het Nederlandse kamp Westerbork naar de Duitse concentratiekampen gevoerd. Anne sterft in maart 1945 in het beruchte kamp Bergen-Belsen. Alleen Annes vader overleeft de Duitse gruweldaden; ook Kraler en Koophuis brengen het er levend van af.

 

 

 

 

 

Over de bijfiguren:

Er zijn veel bijfiguren in het boek. Ik beschrijf ze hieronder allemaal. Ik geef ook telkens aan of ze gemist kunnen worden in het boek, en ik vertel of ik ze symphatiek of antipathiek vind en waarom:

Familie Frank: Otto Frank is de vader van Anne. Hij is Joods en komt uit Duitsland. Hij trouwt op zijn 36e met mevrouw Frank die dan 25 jaar is. Margot, de zus van Anne, wordt in 1926 geboren in Frankfurt am Main en is dus zestien jaar bij het begin van het dagboek. Annes vader wordt in Nederland aangesteld als directeur van de Travies N.V. De familie Frank duikt in 1942 onder in het Achterhuis van het kantoor waar Annes vader tot voor kort heeft gewerkt. Na ongeveer twee weken komt de familie Van Daan bij hen inwonen.

Familie Van Daan: Deze bestaat uit meneer Van Daan, mevrouw Van Daan en Peter, de zoon die net zestien is geworden. Peter neemt ook zijn poes Moushi mee.

Meneer Dussel: Na een paar maanden komt er een achtste bewoner bij: Meneer Dussel. Hij is al wat ouder en tandarts van beroep.

Er zijn nog vier andere bijfiguren:

Meneer Kramer en Meneer Koophuis: dat zijn de beheerders van het pand waarin het Achterhuis is verborgen en Miep Gies en Elli Vossen. Beiden werken op het kantoor.

Geen van de bovenstaande personen kunnen gemist worden in het boek. De bewoners niet, omdat zij vaak ruzie hebben en allerlei opmerkelijke dingen beleven. Dat beschrijft Anne allemaal in haar dagboek. De helpers van de onderduikers kunnen ook niet gemist worden. Als zij er niet waren, konden de bewoners niet in leven blijven. Ze zorgen voor voedsel, kleding, kleine aardigheden en vermaak, zoals boeken en posters. Als er iemand onverwachts in het kantoor komt, rent er iemand naar boven om de bewoners te waarschuwen dat ze stil moeten zijn.

Ik vind bijna alle personen wel aardig. Alleen vind ik dat mevrouw Frank en mevrouw van Daan soms wat teveel met zichzelf bezig zijn. Anne, Margot en Peter kunnen allerlei gewone dingen niet aan hun moeders vertellen, omdat zij zich helemaal niet voordoen als hun moeder, maar meer als hun vriendin. Daarom zegt Anne ook terecht dat ze een moeder mist.

 

 

 

 

Ruimte:

 

Anne Frank leeft de jaren die ze beschrijft in het zo genoemde Achterhuis. Ik beschrijf hieronder het Achterhuis met behulp van een plattegrond en omschrijving uit het dagboek:

De parterre is een groot magazijn, dat ook als pakhuis gebruikt wordt. Naast de magazijndeur bevindt zich de gewone huisdeur, die door een tussendeur toegang geeft tot het trapje [A].

Boven aan de trap bereikt men een half-matglazen deur, waarop ooit in zwarte letters ‘kantoor’ stond. Dat is het grote voorkantoor, zeer groot, zeer licht, zeer vol. Overdag werken daar Elli, Miep en meneer Koophuis. Via een kabinetje met brandkast, garderobe en grote voorraadkast komt men aan in het kleine tamelijk donkere achterkamertje. Daar zaten vroeger mijnheer Kraler en Meneer van Daan, nu alleen nog de eerste. Men kan ook vanuit de gang Kralers kantoor bereiken, maar dan alleen door een glazen deur die van binnen wel, maar van buiten niet zonder meer te openen is.

Vanuit Kralers kantoor, de lange smalle gang door, langs het kolenhok, vier treden op, het pronkstuk van het hele gebouw: Het privé-kantoor. Deftige donkere meubels, linoleum en kleden op de vloer, radio, sjieke lamp, alles prima-prima. Daarnaast een grote, ruime keuken met warmwatergeyser en twee gaspitten. Daarnaast W.C. Dat ts de eerste verdieping.

Vanuit de benedengang loopt een gewone houten trap [B] naar boven. Bovenaan is een klein portaaltje, dat als overloopje wordt betiteld. Rechts en links van de overloop zijn deuren, de linker leidt naar het voorhuis met pakhuisruimten, voorzolder en voorvliering. Van dit voorgebouw loopt aan de andere kant ook nog een lange, hypersteile, echt Hollandse beenbreektrap naar de tweede straatdeur. [C] De rechterdeur leidt naar ‘het Achterhuis’. Geen mens zou vermoeden dat achter zo’n simpele, grijsgeschilderde deur zoveel kamers schuil gaan.Voor de deur is een stoepje en dan ben je binnen

Rechts tegenover de ingangsdeur een steile trap [E], links brengt een klein gangetje je in een kamer, die de huis- en slaapkamer van de familie Frank zou worden, daarnaast een kleinere kamer, slaap- en werkkamer van de twee jongedames Frank. Rechts van de trap een kamer zonder raam met wastafel en afgesloten W.C.-hokje, ook weer een toegangsdeur naar Margots en Annes kamer.

Als men de trap opgaat en de deur aan het boveneinde opent, staat men verbaasd dat in zo’n oud grachtenhuis zo’n groot, licht en ruim vertrek bestaat. In dit vertrek is een gasfornuis, overblijfsel van een oud laboratorium, en een gootsteen. Dit is nu de keuken en tevens slaapkamer voor het echtpaar Van Daan, alsmede een gemeenschappelijke huiskamer. Een heel klein doorloopkamertje zal Peter van Daans appartement worden. Dan, net als voor, een zolder en vliering.

 

http://www.scholieren.com/boekverslag/42495

 

 

 

 

Thema en motieven:

 

Thema.

Oorlog. Oorlog als thema spreekt voor zich denk ik maar toch wat uitleg. Het hele verhaal speelt zich af tijdens de WO II, Anne Frank, haar familie, familie Daans en Pfeffer zijn ondergedoken.

Hoop. Anne Frank bleef hopen op een goede afloop, ze zouden weer vrij kunnen rondlopen en hun studie voort kunnen zetten.

Liefde. Anne en Peter werden verliefd, ze hadden veel steun elkaar. Zonder hun liefde had Anne veel minder moed kunnen houden op een goede afloop. Ook de liefde van de helpers naar de onderduikers toe moest heel groot zijn anders hadden ze nooit aan genoeg voedsel kunnen komen om te overleven.

 

http://www.scholieren.com/boekverslag/45928

 

 

 

 

Titelverklaring:

 

“Na de oorlog wil ik in ieder geval een boek getiteld Het Achterhuis uitgeven. Of dat lukt blijft ook nog de vraag, maar mijn dagboek zal daarvoor kunnen dienen.” Anne wilde graag schrijfster worden. Tijdens de tweede wereldoorlog moest ze met haar familie onderduiken, en dat deden ze in het “Achterhuis”, verborgen ruimtes achter een kantoor.

 

http://www.scholieren.com/boekverslag/66977

 

 

 

 

 

 

 

Plot

 

Problematiek - Het grote probleem is het onderduikprobleem. De gevaren en angsten die hierbij horen, zijn niet leuk! De onderduikers zijn de hele tijd in angst dat ze ontdekt en opgepakt worden. Als er in een paar maanden vaak ingebroken wordt, komt de politie op bezoek. Ze rammelen aan de kast die hun plek verbergt. Men ligt op de grond in het donker en mag niet bewegen, omdat dat hoorbaar kan zijn. Anne Frank beschrijft dit als één van haar bangste momenten van haar leven.

 

http://www.scholieren.com/boekverslag/42495

 

 

 

 

De belangrijkste gebeurtenissen:

 

Het verhaal speelt zich af in de Prinsengracht 263 in Amsterdam. In deze straat was de schuilplaats van Anne Frank hier hebben ze ongeveer 2 jaar lang geschuild.

In 1942, op haar dertiende verjaardag, krijgt ze een dagboek cadeau. Op deze dag schrijft ze voor het eerst in het boek. Ze vertelt haar belevenissen in de vorm van brieven die ze aan een denkbeeldige vriendin, Kitty, schrijft. In de eerste weken na haar verjaardag gaat ze nog naar het joods Lyceum in Amsterdam, maar al snel moet ze, samen met haar familie, onderduiken. Ze gaan in het achterhuis van het kantoorpand wonen,daar heeft haar vader gewerkt. Door middel van een boekenkast worden ze van de buitenwereld afgesloten.

Na een week komt de familie Daans (hun werkelijke naam is Van Pels) bij hen inwonen. Vier maanden later volgt Pfeffer, een tandarts, die in werkelijkheid Albert van Dussel heet. Anne moet haar kamer met hem delen, maar ze vindt hem helemaal niet aardig. Via de radio, die ze ’s avonds luisteren, horen ze berichten over het verloop van de oorlog. “ De spanning is te snijden met zoveel mensen in zo’n kleine ruimte” schrijft ze in haar dagboek.

Anne heeft vaak ruzie met haar moeder en mevrouw Daans. De enige met wie Anne kan praten is haar vader en Peter Daans.

Toen haar vader op donderdag, 29 oktober 1942 ziek werd schreef ze ”ik ben danig ongerust, vader is ziek. En we kunnen niet eens de dokter halen !”dit vond Anne hartstikke zielig voor haar vader want ze kon niet zonder hem schreef ze in haar dagboek.

Op dinsdag 11 april wordt er in het kantoor ingebroken. Ze kunnen de dieven verjagen maar is wel een plank kapot.

Ze proberen het te maken maar dat gaat niet goed. Men ligt op de grond in het donker en mag niet bewegen, omdat dat hoorbaar kan zijn.

De politie komt en gaat ook verder dan het magazijn als ze bij de draaikast komen ( waar de onderduikers zitten) krijgen ze die niet open. Ze laten het erbij en gaan weer weg. In die tijd zitten de bewoners van het Achterhuis in spanning. Als de politie weg is komen Miep en Henk naar hun toe , ze hebben eten , sigaretten , boeken en kleren bij zich. De bewoners van Het Achterhuis moeten zich nog wel een tijd stil houden want de politie komt nog een keer terug om de schade goed te bekijken.

Op 4 augustus 1944 vallen de Duitsers het pand binnen. Het achterhuis wordt ontdekt en alle bewoners worden gearresteerd. Zij worden via Westerbork naar Auschwitz vervoerd en wanneer de Russen naar het kamp gaan worden Anne en Margot naar Bergen-Belsen overgebracht. Twee maanden voor de bevrijding van dat kamp, sterven ze beide aan tyfus.

Van alle onderduikers was de enige overlevende van de familie Frank Otto Frank maar

van alle andere onderduikers waren het : Kleiman en Koophuis. Zijn keren later allemaal terug naar Amsterdam.

 

 

 

 

http://www.scholieren.com/boekverslag/63147

 

10.Recensies

"Anne Frank is vermoedelijk – na het kindeke Jezus – het meest postuum geëxploiteerd joodse kind geweest. Zij en haar dagboeken hadden meer respect verdiend."

Bron: nrcboeken.vorige.nrc.nl

"Het is eigenlijk helemaal geen zwaar boek of depressief, nee Anne was een heel vrolijke meid. Zo’n meid die, moest ze in je klas zitten, je zou bewonderen voor haar stoutmoedigheid en haar onfeilbaar goed humeur."

Bron: deleesfabriek.nl

 

 

11.Stijl

Doordat de redactie van ‘Het Achterhuis’ het taalgebruik van Anne zoveel mogelijk wilde bewaren, wordt er gebruik gemaakt van oud Nederlands. Dit is bijvoorbeeld te herkennen aan de zinsopbouw (‘Pim gaf me zo ongeveer weer hoe ik de zaak moest aanpassen, maar vermaande me om liever tot de volgende dag te wachten, wegens mijn opgewondenheid’) en enkele woorden zoals ‘tamelijk’, ‘dan’ in plaats van ‘daarna’ en ‘dadelijk’. Tevens heeft maakte Anne wel gebruik van lange zinnen, gelukkig wel onderbroken met komma’s en punt komma’s: ‘Ik damp van woede en ik mag het niet tonen, ik zou willen stampvoeten, schreeuwen, moeder eens hard door elkaar schudden, huilen en weet ik wat nog meer om de nare woorden, de spottende blikken, de beschuldigingen die als pijlen uit een scherp gespannen boog mij elke dag opnieuw treffen en die zo moeilijk uit mijn lichaam te trekken zijn.’ In het boek worden vrijwel geen dialogen weergeven, enkel wanneer Anne een gesprek, discussie of ruzie rechtstreeks wil weergeven. Dit is logisch, gezien het feit dat het een dagboek is.

In de oorspronkelijke versie van het boek zijn vooral germanismen gecorrigeerd, maar deze zijn weer toegevoegd in de huidige druk (op de woorden na waarvan de redactie dacht dat de lezer ze niet zou begrijpen). In dit boek is Anne haar tekst aangepast aan de huidige spelling, maar ook de fouten rondom voorzetsels, lidwoorden en voornaamwoorden zijn verbeterd. Dit staat achterin het boek vermeld.

 

 

 

 

 

  1. Voor- en achterflap boek

 

 

Het thema past goed bij de kaft omdat het hoofd doel vertrouwen is, het sluit je goed aan bij de kaft. Als ik naar de voorkant van het boek kijk zie ik meteen dat het over vertrouwen in de oorlog zie. De kleuren zeggen me dat het goeie en slechte tijden heeft door de kleuren grijs en grauw . Het achterhuis staat voor het symbool van het huis achter de kast waar ze in schuilde tijdens de Tweede Wereld oorlog.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb